De spieren van het paard

Het bewegingsapparaat van het paard bestaat uit een passief gedeelte – het skelet – en een actief gedeelte – de spieren.
De verbinding hiertussen wordt geregeld door drie soorten bindweefsel: pezen, ligamenten en fascie.

Het skelet

Het skelet van een paard bestaat uit meer dan 200 botten en ondersteunt, helpt bij beweging, beschermt de organen, zorgt voor het aanmaken en opslaan van bloedlichaampjes en helpt bij het opslaan van mineralen, die weer zorgen voor de hardheid van de botten.

De spieren

Maar liefst 60% van het paardenlichaam bestaat uit spieren. Door middel van aan- en ontspanning zorgen de spieren voor beweging van de gewrichten. Naast beweging zijn de spieren ook bepalend voor de bloed- en lymfecirculatie, de spijsvertering en de lichaamstemperatuur.

Tijdens het masseren behandel ik het oppervlakkige deel van het skeletspierweefsel, maar worden ook onderliggende weefsels bereikt. Het skeletspierweefsel wordt bewust aangestuurd, maar kan ook onwillekeurig samentrekken als reflex. Deze spieren regelen de lichaamshouding van het paard en zorgen voor de beweging en stabilisatie van gewrichten. Een paardenlichaam bevat ongeveer 700 skeletspieren.

De spieren kunnen worden ingedeeld in twee soorten: langzame en snelle spierweefsels. De aanwezigheid is genetisch bepaald. De spieren kunnen wel getraind worden, maar zullen nooit helemaal veranderen.

Langzame spieren produceren langzaam en over een langere periode energie. Deze spieren hebben zuurstof nodig. Paarden met voornamelijk dit type spieren zijn niet snel moe, bijvoorbeeld endurance paarden.

Snelle spieren produceren snel en explosief kleine hoeveelheden energie. Deze spieren werken zonder zuurstof en zijn snel moe. Paarden met voornamelijk dit type spieren zijn bijvoorbeeld geschikt om te springen.